Het Huis
van Bewustzijn: benedenverdieping
De benedenverdieping
is als ons lichaam.
De
benedenverdieping is essentieel en draagt alle andere
verdiepingen. Het is langs de benedenverdieping dat wij in contact kunnen
komen met het leven buiten ons en dat we gasten kunnen ontvangen.
Het lichaam is essentieel voor
alle menselijke functies. Wie aandacht heeft voor het lichaam, merkt al meteen
dat het lichaam zonder meer een wonder op zich is. Het levert zonder bewuste
inspanning op ieder moment verbijsterende prestaties. Het lichaam beschikt
inderdaad over een biologische intelligentie, d.i. een
aangeboren, ingebedde kennis die tijdens miljoenen jaren van evolutie
geduldig werd ontwikkeld en verfijnd. Het lichaam ‘weet’ bijv. precies hoe
het moet ademhalen, hoe het cellen en weefsels moet opbouwen, hoe het de
bloeddruk en de hartslag op peil moet houden, hoe het rechtop moet lopen
zonder te vallen, hoe het zich moet voortplanten, enz. Daartoe hoeven we
helemaal niets bewust te doen. Zo hoeven we ons geen zorgen te maken over het
gebruik van de juiste zenuwen en spieren als we een trap oplopen, het lichaam
doet dat volkomen autonoom en uit zichzelf.
De grootste hoeveelheid kennis
zit opgeslagen in ons genetisch materiaal. Hoewel we deze kennis niet
rechtstreeks, van binnenuit kunnen kennen, geven we ze toch door aan de
volgende generatie, als een boek dat we kopiëren en doorgeven zonder het zelf
te kunnen lezen.
Ons lichaam is ook essentieel
voor het contact met anderen en met de wereld. Zonder lichaam zouden we niet
in de wereld kunnen zijn. Als we ons lichaam goed onderhouden en goed voeden,
kunnen we er dan ook heel wat plezier aan beleven…
|
Het Huis
van Bewustzijn: eerste verdieping
De eerste verdieping
is de plaats van de emoties. Emoties zijn aangeboren en
ingeprogrammeerde patronen die essentieel zijn voor onze overleving. Het zijn
reactiepatronen op gebeurtenissen.
Deze reactiepatronen zijn in de
loop van de evolutie ontwikkeld en zorgvuldig verfijnd ten behoeve van onze
overleving. Bij dieren reageren emoties uitsluitend op gebeurtenissen in de
onmiddellijke buitenwereld. Daardoor hebben dieren slechts een zeer beperkte
vrijheid en zijn zij altijd gebonden aan en afhankelijk van hun onmiddellijke
omgeving. De mens heeft door zijn bewustzijn echter een grotere vrijheid en
onafhankelijkheid en kan zich ook een virtuele wereld voorstellen en
indenken. Bij de mens zijn de beelden uit de binnenwereld (d.w.z. in het
denken, de verbeelding, zie de 2e verdieping) doorgaans zelfs veel
belangrijker dan de beelden uit de buitenwereld. De emoties maken echter geen
onderscheid tussen beelden uit de buitenwereld en beelden uit de
binnenwereld. Dat heeft als gevolg dat mensen heel gemakkelijk emoties kunnen
hebben die alleen betrekking hebben op gebeurtenissen die uitsluitend in hun
verbeelding bestaan. Zo kunnen mensen zich gemakkelijk angstig maken over een
toekomst die er nog niet is, of zich kwaad maken over een verleden dat er
lang niet meer is …
Volgens Joseph Ledoux,
auteur van de meest recente en vrij algemeen aanvaarde theorie over emoties,
kunnen emoties beschouwd worden als urgentieprocedures. Zij
reageren altijd op wat hier en nu aanwezig is en kunnen levensreddend zijn,
maar zijn niet zeer verfijnd en nauwkeurig. Het cognitieve systeem (zie de 2e
verdieping) werkt langzamer maar gebruikt daartoe een groter, evolutionair
recenter ontwikkeld deel van de hersenen (de prefrontale cortex) waardoor de
kans op een juiste inschatting groter wordt. Jongeren reageren hoofdzakelijk
emotioneel. De ontwikkeling van het cognitieve systeem gaat inderdaad door
tot op volwassen leeftijd. In bepaalde perioden in de geschiedenis werd meer
de nadruk gelegd op een doordacht, overwogen leven met sturing door het
denken, in andere (bijv. de romantiek) meer op emoties.
Emotionele intelligentie heeft
te maken met het (her)kennen en begrijpen van emoties (angst, woede,
verdriet, blijdschap…) van onszelf en van anderen, met empathie en met
sociale vaardigheden. Men spreekt van EQ.
Onze emotionele intelligentie
maakt gebruik van de biologische intelligentie. Als we bijv. om emotionele
redenen iemand een dienst willen bewijzen, dan zorgt de
biologische intelligentie ervoor dat de nodige zenuwsignalen naar de juiste
spieren worden gestuurd, zodat we dat inderdaad ook kunnen doen
zonder dat wij ons zorgen hoeven te maken over hoe dat juist in zijn werk
gaat.
De biologische intelligentie is
dus een dienaar van de emotionele intelligentie.
|
Het Huis
van Bewustzijn: tweede verdieping
Op de tweede verdieping
bevindt zich de studeerkamer en de bibliotheek. Het is de plaats van onze gedachten
en van onze rede. Ook denken is essentieel voor onze
overleving. Het is onze mentale intelligentie.
Mentale intelligentie,
meestal kortweg intelligentie of IQ genaamd, is de bewuste
intelligentie die de biologische en emotionele intelligenties overstijgt en
die de basis is voor onze menselijke vrijheid en verantwoordelijkheid. Een
dier is beperkt tot reageren op de onmiddellijk aanwezige omgeving. De mens
heeft bovendien de wonderlijke vrijheid een virtuele, ingebeelde omgeving te
kunnen creëren. Hij kan zich immers dingen inbeelden die er niet zijn. Deze
grotere vrijheid is de basis van creativiteit. Het is deze intelligentie die
ons in staat stelt te analyseren, logisch en abstract te denken, taal te
gebruiken, te visualiseren, conclusies te trekken en creatieve oplossingen te
bedenken. Het is de rationele, cognitieve functie van de mens. In
tegenstelling tot emoties die aangeboren zijn, vereist deze cognitieve
intelligentie een rijpingsproces dat zich voortzet tot op volwassen
leeftijd. Deze intelligentie maakt dan ook dat wij ons als mens gedragen en
niet als een dier, dat deze vrijheid immers niet heeft. Het is de
intelligentie die de mens tot een bewust en ethisch wezen maakt. Het is onze ethische
dimensie.
Een oordeelkundig en bedachtzaam
gebruik van de rede is geen pretbederver van de emoties maar maakt, in
tegendeel, juist een grotere beleving van emoties mogelijk, net zoals een
dirigent geen pretbederver is maar noodzakelijk is om tot een harmonisch
geheel te komen. Vrijheid zonder de sturende invloed van de rede is geen
vrijheid maar oeverloze chaos.
Mentale intelligentie staat dus
op een hoger niveau en geeft van daaruit sturing en leiding aan de
biologische en de emotionele intelligentie. Ook hier weten wij niet hoe dat
precies in zijn werk gaat. Het volstaat evenwel dat wij in ons bewustzijn
gewoonweg een intentie formuleren (‘Ik ga nu eens een vriendelijk
antwoord geven!’) en de uitvoering volgt als vanzelf. Ons
lichaam en onze emoties volgen immers altijd onze intenties. Het zijn onze
trouwe dienaren, die altijd klaar staan en die wij daarom ook moeten
respecteren en waarderen.
De mentale intelligentie
probeert voortdurend de omgeving aan te passen aan onze behoeften, dingen
‘onder controle’ te houden, onze agenda te bepalen en ons op mogelijke
gevaren te wijzen door ons voortdurend gedachten en beelden voor te houden
van wat er allemaal verkeerd zou kunnen gaan. Dat zijn geen ‘negatieve
gedachten die ons achtervolgen’, dat is gewoon onze mentale intelligentie die
ons op mogelijke gevaren wil voorbereiden. Onze mentale intelligentie is
immers voortdurend bezorgd voor tekort aan materiële voorzieningen, aan
affectie, aan liefde, aan erkenning, aan welzijn, enz. Onze emoties reageren
daarop met angst, ‘zich niet goed voelen’, schuldgevoelens
of andere emoties die een rem op het leven zetten.
Ook problemen met zelfrespect
zijn afkomstig uit ons denken, dat vaak gekleurd is door vroegere ervaringen.
Daarbij zien we vaak alleen onze tekortkomingen en blazen die tot
buitensporige proporties op, terwijl we onze goede eigenschappen
vanzelfsprekend vinden of niet eens opmerken. Een gering gevoel van eigenwaarde
berust dus op een onjuiste opvatting en een vertekening van de werkelijkheid.
In hun grote ijver om ons te dienen, kunnen onze trouwe dienaren het ons ook
wel eens behoorlijk moeilijk maken.
Onze mentale intelligentie houdt
ook liever een gekende toestand in stand dan een
onbekende (en mogelijk gevaarlijke) toestand te moeten onderzoeken en kan
daarbij vaak heel overtuigend overkomen door twijfel te zaaien
op grond van ervaringen uit het verleden (‘Je weet toch dat dat
niet werkt!’, ‘Dat is niets voor jou!’, ‘Doe nu maar gewoon!’). Het
vasthouden aan bekende patronen (bijv. de verbeelding van ‘wie je bent’ of
‘hoe je in elkaar zit’) en het vermijden van onbekende patronen zijn
strategieën van de mentale intelligentie. Mensen denken vaak liever in termen
van ‘roots’ dan van ‘vleugels’. Dat is het verschijnsel van psychische
weerstand tegen nieuwe en onbekende omstandigheden. Men kan dan
makkelijk in de val trappen van dat andere idee van de mentale intelligentie,
namelijk dat we die weerstand, die gevoelens of die angst eerst moeten
‘overwinnen’, ‘onder controle krijgen’ of ‘opruimen’.
De sociale context
zal dat veelal bevestigen want ook anderen vinden het vaak niet leuk als je
verandert. Rationalisaties, vermijdingsgedrag en obstructie kunnen vele vormen
aannemen! Het is nochtans eenvoudig deze patronen te leren herkennen, onze
mentale intelligentie gewoon te bedanken voor de moeite, de aangeboden
informatie te overwegen, en dan een keuze te maken of we desondanks al dan
niet in de ingeslagen weg verder willen gaan. Daartoe hebben we spirituele
intelligentie nodig want onze mentale intelligentie zal ons proberen voor te
houden dat dit veel te moeilijk, onmogelijk, onmenselijk of zelfs gevaarlijk
is…
|
Het Huis
van Bewustzijn: penthouse
Het penthouse is
de plaats van het hogere bewustzijn. Het is een plaats met een
terras, een tuin, een sauna, een jacuzzi, maar ook met een wijds uitzicht op
de omgeving, met veel ramen, met veel licht en zon, met contact met de kosmos, met het grotere geheel … Het is het hoogste niveau
van menselijk bewustzijn en, derhalve, menselijke vrijheid. Het is de plaats
waar we ons altijd kunnen terugtrekken om rustig te zijn, om toeschouwer te
zijn op het soms woelige gebeuren op de lagere verdiepingen, op de eindeloze
stroom van denken, oordelen en zich goed of slecht voelen, op het voortdurend
trekken aan en duwen tegen de realiteit, op het emotionele marionet-gedrag
dat in de westerse psychologie het neurotische gedrag wordt genoemd en dat in
het boeddhisme met de term ‘samsara’ wordt aangeduid, en dat de bron van alle
lijden is.
We stellen ons daarbij als
vanzelfsprekend voor dat onze gedachten en gevoelens op de ene of de andere
manier van ‘ons’ zijn. Bij nader onderzoek blijken we nochtans alleen maar te
kunnen gadeslaan wat er in onze geest opkomt. Onze geest is
zowel het toneel van evolutionair archaïsche emotionele en cognitieve
processen als van nieuwe, creatieve processen. We blijken onze ‘geest’ al
evenmin te kennen als ons lichaam. Het ‘ik’ blijkt niet meer te zijn dan een
naam voor de (virtuele) plaats waar het denken en voelen geacht wordt plaats
te vinden. Het is een constructie van ons denken. Het ‘ik’ is een even
vluchtig patroon als een fontein die alleen maar blijft ‘bestaan’ omdat ze
voortdurend door nieuw water wordt gevoed. Het geloof dat we onze gedachten
zelf ‘denken’ is zelf niet meer dan een gedachte waarin we geloven en die ons
doet geloven dat we afgezonderd zijn van de anderen en van het grotere
geheel. Uit dit uiterst beperkte en ego-gerichte perspectief van het lagere
bewustzijn (het ego) kunnen we alleen maar ontsnappen door vanuit het hogere
bewustzijn steeds meer toeschouwer te worden op ons lichaam, onze behoeften,
onze emoties en ons denken, om aldus steeds meer te beseffen wat we
niet zijn.
Dit hogere bewustzijn is bij
iedereen altijd aanwezig als mogelijkheid, maar velen weten het gewoonweg
niet en zoeken het geluk dan ook elders (in bezittingen, status, ervaringen
of prestaties). Deze onwetendheid is volgens het boeddhisme overigens één van
de oorzaken van lijden. De eeuwenoude, traditionele manier om zich naar het
penthouse te begeven, is het beoefenen van meditatie. Meditatie
is alleen maar leren op elk ogenblik met volledige aandacht aanwezig te zijn
bij al wat zich voordoet in het lichaam, bij alle emoties en bij alle
gedachten, met volledige aanvaarding, zonder te beoordelen of iets te willen
veranderen. Het is een oefening in innerlijk zwijgen om het mysterie te
kunnen ervaren waarvan we zelf deel uitmaken, het mysterie in de ruimte van
niet-weten tussen, achter en onder al ons vermeende weten. Het is een
toestand van mindfulness. Jon Kabat-Zinn beschrijft mindfulness
als een pan waarin we al onze gevoelens langzaam gaar en meer verteerbaar
kunnen laten worden. Alle culturen hebben vormen van meditatie en van
mindfulness ontwikkeld om innerlijke rust en geluk te vinden. Het maakt niet
uit of dit zittend of staand of lopend gebeurt, alleen de innerlijke gerichtheid
is belangrijk. Meditatie is het voeden en gezond houden van onze geest, en
dat is net zo nodig als het dagelijks voeden en gezond houden van ons
lichaam…
Het hogere bewustzijn is de
plaats van wijsheid en spirituele intelligentie. Het is het
einde van het lijden. Het is de plaats van het besef van “verlichting”, van
vreugde, van de lach van de Boeddha. Het hogere bewustzijn is essentieel
voor ons geluk. De boeddhistische visie op geluk sluit naadloos aan
bij de westerse visie, in die zin dat zij verder gaat waar de westerse visie
ophoudt. De westerse, probleemgerichte psychologie en psychotherapie probeert
enige orde en rust te brengen in de wereld van het ego, in de eindeloze
stroom van denken en voelen (de samsara). Zo probeert de cognitieve therapie
negatieve, zogenaamd disfunctionele gedachten te vervangen door meer
positieve, rationele, functionele gedachten. Dat blijkt inderdaad tot
aanzienlijk meer kwaliteit van het leven te leiden. Deze westerse benadering
is er evenwel één van activisme, van optreden, van ingaan tegen, van
reguleren en controleren. Zij blijft in een logica van strijd en verzet. Maar
oorlog verklaren aan de oorlog, is nog altijd oorlog. De boeddhistische
benadering is in dat opzicht veel pacifistischer en doet een radicale stap
naar een logica van vrede door op een hoger bewustzijn te gaan leven, als het
ware uit de stroom van gebeurtenissen en gewaarwordingen te stappen en gewoon
waarnemer te worden van de stroom. Vanuit die positie kunnen we het denken
en het voelen gewoon laten zijn, net zoals we ons lichaam gewoon kunnen laten
zijn, zonder er slaaf of slachtoffer van te zijn.
Spirituele intelligentie leidt
tot bewustzijn van en daardoor bevrijding uit de
beklemming van het enge, emotiegerichte en contingentiegestuurde ego-denken.
Het is onze spirituele intelligentie die de hogere emotie van geluk mogelijk
maakt. Spirituele intelligentie is immers de plaats in onszelf waar we tot
het bewustzijn kunnen komen dat we altijd heel en compleet zijn, dat niets
uit de buitenwereld ons heler kan maken dan we al zijn, dat we dus niets
“nodig” hebben. Het is een bewustzijn van overvloed, van waaruit echte liefde
mogelijk is. Echte liefde en mededogen berusten
immers op een bewustzijn van overvloed van waaruit echte aandacht voor de
ander mogelijk is, en niet op een bewustzijn van tekort. De angst voor tekort
en de verwachting dat anderen aan onze behoeften zullen voldoen, hebben niets
met liefde te maken maar met angst en behoeftigheid.
Spirituele intelligentie of SQ
heeft te maken met de eeuwenoude vragen van de mens: Wie ben ik? Waar ben ik
mee bezig? Waarom is wat ik doe belangrijk? Wie wordt daar beter van? Het
zijn vragen naar de zin van het bestaan als uiting van het diepe verlangen
naar verbinding met iets groters en hogers dan ons ego, ons eigen persoontje,
ons eigen huisje. Dit is de hoogste en voor de mens belangrijkste
intelligentie, die leiding en richting moet geven aan de drie andere
intelligenties. Spirituele intelligentie maakt het mogelijk een zinvol leven
te leiden door ons leven in de juiste richting te sturen. Spirituele
intelligentie is dus de hoogste intelligentie en heeft te maken met de
functie van leiderschap over het eigen leven, d.i. met het
bepalen van waarden en richting. De andere intelligenties hebben te maken met
management, d.i. het bepalen van concrete doelen om in de
gekozen richting verder te gaan.
In tegenstelling tot mentale
intelligentie, die een rationele, kritische functie is gericht
op afstandelijkheid, analyse en onderzoek, is spirituele intelligentie een hogere
ervaringsfunctie, die gericht is op aanwezigheid, aandacht en
verbinding. Spiritualiteit is de ervaring van verbondenheid met het wonder
van het leven, en het steeds meer leren zien van dit wonder in alle aspecten
van het leven, ook in die aspecten die doorgaans als ‘niet goed’, ‘kwaad’ of
‘slecht’ worden bestempeld. Het is inzien dat wij deel uitmaken van een
universum dat bestaat uit structuren, organismen, cellen, moleculen, atomen
en elementaire deeltjes die allemaal hun best doen om zo goed mogelijk te
zijn (er zijn geen goede of slechte atomen of moleculen…). Het universum is
op elk moment zo volmaakt als het kan zijn. Het mysterie en de schoonheid van
de natuur, van het leven, van de kosmos, is te allen tijde om ons heen en in
ons. De waarneming daarvan geeft ons grote vreugde, maar dat wordt vaak pas
achteraf of bij afwezigheid beseft. Het gewone, ‘normale’ verloop van de
dingen is geen voorpaginanieuws in ons bewustzijn. Het verdwijnt achter de
sluier van de onopmerkzaamheid. Alleen pijn, angst of verlies maken ons dan
wakker uit ons automatisch handelen en onze onopmerkzaamheid.
Geluk is de hogere
ervaring die wij kunnen kennen als wij gaan beseffen dat het
op zichzelf al een wonder en een geschenk is getuige te mogen zijn van het
wonder en het mysterie van het zich ontvouwende leven waarvan we zelf deel
uitmaken. Dat leidt allerminst tot ongevoeligheid en onverschilligheid, maar
tot dankbaarheid en vreugde. Wie die vreugde ervaart, wil ze graag met
anderen delen. Geluk zet ons als vanzelf aan in de goede richting te gaan, de
goede waarden na te streven, ‘het goede’ te doen, een beter mens te worden…
Dat kan vele vormen aannemen. De eenvoudigste en voor ieder bereikbare vorm
van ‘het goede’ doen, is de liefdevolle benadering van de medemens. Andere
vormen van ‘het goede’ doen zijn bijdragen aan de wetenschap, de samenleving,
de zorg voor het milieu of de kunst.
>> naar boven
|